Afgelopen week was een hele bijzondere. Samen met mijn twee medestudenten bezochten we de jaarlijkse bijeenkomst van de Association of Caribbean Historians (ACH). Deze organisatie komt ieder jaar in een ander Caraibisch land bijeen voor een conferentie een ledenvergadering. Dit jaar kwam met toevallig in Suriname bijeen, dus konden wij meedoen. Het werd een hele belevenis!
Wat allereerst interessant was, was dat er maar liefst vijf mensen van de Universiteit Leiden en het KITLV kwamen, die ik allen kende. Met twee daarvan had ik direct te maken voor mijn onderzoek hier, waarvoor ik ze in Leiden ook al had gesproken. Maar ook bij de anderen had ik verschillende college's gevolgd.
De conferentie zelf duurde van zondagavond tot donderdag en vond plaats in Hotel Krasnapolsky. Er waren veel boeiende personen op af gekomen, dus we konden kennis maken met veel verschillende mensen. Iedere dag werden verschillende papers gepresenteerd, die vervolgens werden bediscussieerd. Niet alle onderwerpen spraken tot de verbeelding, maar er zaten zeker leuke papers bij. Vooral de paper van een van de leden van de Nederlandse delegatie, professor Emmer, werd heftig bediscussieerd, waarbij men soms wel erg ver ging.
Een belangrijk deel van de conferentie waren de recepties. Zondagavond natuurlijk de ontvangstreceptie, waar direct opviel dat het onmogelijk is om op Surinaamse recepties om te komen van de honger. Er werden continu allerlei hapjes aangeboden.
Maandagavond was de tweede receptie, in het presidentieel paleis. Bij deze receptie was president Venetiaan de gastheer. Volgens de uitnodiging was er een dresscode: een wandelkostuum. Laat ik nu net geen wandelkostuum hebben ingepakt toen ik naar Suriname kwam... Dus kocht ik 's middags nog snel even een overhemd met stropdas en deed ik mijn netste witte broek aan. Nette schoenen had ik niet, maar om die nu ook te gaan kopen vond ik iets te ver gaan.
Het presidentieel paleis was prachtig versierd (waarschijnlijk mede omdat Balkenende er de volgende dag zou komen). We werden met drankjes ontvangen op het zijterras. Na een korte tijd gingen de grote terrasdeuren open en konden we het paleis betreden. Daar stonden president Venetiaan met zijn vrouw, die we uiteraard de handen hebben geschud. Vervolgens liepen we door naar de achtertuin van het paleis, waar muziek speelde en hapjes en drankjes klaarstonden.
Daar zaten we dus, bij de president op visite. We kregen nog een toespraak van de president en vervolgens mengde deze zich nog tussen de gasten (wat hij normaal niet vaak schijnt te doen). Grappig was, dat we hem zelfs persoonlijk hebben gesproken en met hem op de foto staan.
Ook dinsdagavond was er een receptie, nu inclusief een culturele show. Ditmaal was de gastheer van de receptie de minister van Binnenlandse Zaken. Deze minister had ik al eerder gesproken (zelfs met hem geluncht) en het is een zeer aardige man, en bovendien een historicus. De culturele show was erg boeiend, een mix van de diverse culturen die in Suriname aanwezig zijn. Aan het slot hebben Christine en ik nog gedanst op Indische muziek, die absoluut swingend was. Gezien de hitte was het wel enigszins vermoeiend, maar nog niets vergeleken bij wat we donderdagavond zouden doen.
Donderdagavond was het afsluitende feest. Er was uitgebreid eten aanwezig en, uiteraard, muziek. Tot 's avonds laat hebben we gedanst, volgens mij was het fysiek niet meer gezond om nog door te dansen toen de muziek stopte. Gelukkig was er wel avondkoelte, maar desalniettemin zat iedereen behoorlijk te zweten. De conclusie mag in ieder geval duidelijk zijn: in Suriname weet men hoe een feestje georganiseerd moet worden!
Afgelopen weekend hebben we eindelijk Fort Zeelandia bezocht. Een interessante historische plek, die als verdedigingswerk weinig succes heeft gehad. Maar de meeste mensen zullen Fort Zeelandia kennen als de locatie van de decembermoorden. Het was best schokkend om op zo'n beladen plaats aanwezig te zijn.
Zondagmiddag zijn Christine en ik langsgeweest bij het atelier van Erwin de Vries, de kunstenaar. Eigenlijk was het niet zijn atelier, maar meer zijn huis, dat volstond met kunstwerken. De man gaf nogal hoog van zichzelf op, maar zijn kunstwerken waren dan ook wel mooi. Ze worden dan ook voor vele (tien-)duizenden euro's verkocht. Hij was net bezig met het ontwerp voor een nieuw slavernijmonument voor Suriname. Toen we weggingen hebben we nog een klein kunstwerkje meegekregen.
Inmiddels ben ik alweer bezig aan de laatste week hier. Vanavond gaan we uit eten met een van de docenten uit Leiden. Die docent had nog een weekje vakantie vastgeplakt aan zijn verblijf in Suriname voor de conferentie. Dit weekend hopen Christine en ik weer het oerwoud in te gaan, min of meer op de bonnefooi. We nemen een bus richting het binnenland, die net zover rijdt tot de weg ophoudt en dan gaan we verder met een uit een boomstam geholde boot over een kolkende rivier. Uiteindelijk willen we naar Jaw-Jaw, een dorpje in de jungle. Er schijnen wel nogal wat piranha's, vogelspinnen en slangen te zitten, dus we zijn erg benieuwd. We hebben er in ieder geval veel zin in!
woensdag 21 mei 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
Hey Ger,
Tijdje geleden alweer! Hoe was het in the jungle? Lekker de Tarzan uitgehangen in je uitgeholde boomstam?!
Ben heel benieuwd naar je "live" verhalen! Tot snel he zwagert.
Dikke kus Mar
Great to hear you're still alive and kicking!
Have a safe journey back home and welcome back to Holland!
Een reactie posten