maandag 7 april 2008

Rampen en zegeningen

Na een week in Suriname te hebben vertoeft begin ik me hier al een beetje thuis te voelen. Zelfs de hagedissen in de voorraadkast en de ondefinieerbare beestjes in de wasbak zie ik al over het hoofd. Ook de eerste slang is gespot, maar eveneens allerlei kleurrijke vogels. Op een paar jeukende muggenbulten na heb ik nog niet echt last van de fauna van Suriname.

De kakkerlakken in het Nationaal Archief van Suriname, waarvoor ik gewaarschuwd was, heb ik nog niet gezien. Sterker nog, ik heb de binnenkant van het Nationaal Archief nog helemaal niet gezien. Afgelopen donderdag zouden we daar naartoe, maar die dag kwam het tragische bericht binnen dat een vliegtuig in het binnenland was neergestort. Nu bevind het vliegveld voor binnenlandse vluchten vanuit Paramaribo, Zorg en Hoop, zich vlak naast het archief. Aangezien het op dat vliegveld een drukte van belang was wegens de ramp had men de hele omgeving ervan afgezet en was het archief niet bereikbaar. Voor ons betekende dat, dat ons bezoek niet door kon gaan. Gelukkig konden we nog wel naar programmapunt twee: de studiezaal van de bibliotheek / het archief van het Surinaams Museum. Toen we daarheen gingen wisten we nog niet dat daar onze eigen 'ramp' zou plaatsvinden.

Binnengeleid in de mooie studiezaal van het Surinaams Museum bleken alle stoelen reeds bezet. Christine en ik namen daarom plaats op een tafel aan de wand, na de constructie grondig op stevigheid te hebben beoordeeld. Er was geen vuiltje aan de lucht, totdat een derde persoon de tafel als zitvlak besloot te gebruiken. Dat was toch iets teveel van het goede, waarna de tafel met luid geraas ineenstortte, alles en iedereen meeslepend. Gelukkig was niemand echt gewond en leek er, op de tafel na, niets stuk te zijn. Na deze knallende binnenkomer kregen we van historica Hilde Neus een paar van de mooiste stukken van het Surinaams Museum te zien. Ik hoop dat ik op deze plaats nog regelmatig terug kan komen voor mijn onderzoek. Men heeft er echter een groot probleem met onderbezetting: er zijn gewoon te weinig mensen omdat er te weinig geld is. Heel erg zonde, want zo'n mooie collectie verdient een goede behandeling en ontsluiting.

Na afgelopen vrijdag weer een 'regulier' college te hebben gehad, waarin we de documentaire Bang, voor altijd bang, over de Binnenlandse Oorlog bespraken, gingen we op zaterdag naar het district Commewijne. Om dat district te bereiken moesten we, met het gehuurde busje, over de hoge, indrukwekkende Jules Wijdenboschbrug. De Surinamers praten er vol trots over, vooral omdat deze brug niet met Nederlands ontwikkelingsgeld zou zijn gebouwd. De trip stond onder leiding van mevrouw Caprino, een aardige historica.

Commewijne is een landelijk gebied, vol akkers, polders, kreekjes en sluisjes. Vroeger was waren er grote plantages gevestigd, waaronder Mariënburg. Tegenwoordig is het een gebied dat vooral ook leeft van de handel. Dat Suriname een land in ontwikkeling is, is in Commewijne duidelijk te zien. Overal is men bezig met bouwen en het verkavelen van grond. Veel Surinamers die het kunnen betalen kopen een stukje grond en sparen vervolgens een huis bij elkaar. Ieder weekend zijn ze dan te vinden op hun stukje grond, om hun droomhuis weer iets verder te bouwen. Commewijne is ook interessant omdat het gebied het Javaanse disctrict bij uitstek is. Er wonen veel Javanen, vaak nog in traditionele kampongs. Aangezien deze Surinaamse Javanen centraal staan in mijn onderzoek, keek ik extra geïnteresseerd naar dit gebied.

Na kort langs Fort Nieuw Amsterdam te zijn gereden, gingen we verder naar plantage Mariënburg. Mariënburg is inmiddels een verlaten plantage, maar was vroeger een grote onderneming van de Nederlandse Handel Maatschappij (NHM), één van de voorlopers van de ABN-AMRO. Vroeger werd er met contractarbeid suikerriet verwerkt, tegenwoordig ligt de plantage er vrij troosteloos bij. De woning van de voormalige directeur is nog redelijk gerestaureerd, maar de voormalige fabriekshal, waar het suikerriet van de plantage binnenkwam en tot suiker werd verwerkt, geeft een bijna surrealistische aanblik. De hal is overwoekerd met plantgroei, het grootste deel van het dak mist, de dakplaten die er nog wel zijn kunnen ieder ogenblik naar beneden storten en maken een vervaarlijk, klapperend geluid in de wind. Op sommige delen is de dakconstructie zo zwak dat alles wel eens naar beneden zou kunnen komen. In de hal zelf staan nog enkele oude machines, waar de elementen vrij spel op hebben en waar alle bruikbare onderdelen inmiddels vanaf gesloopt zijn. Maar toch, met een beetje fantasie voel je in de hal nog de drukte van vroeger, van een actief bedrijf. Je hoort de machines werken, de arbeiders roepen en je proeft de activiteit. Maar terug in de werkelijkheid van vandaag hoor je alleen nog de vogels fluiten.

Mariënburg was ook het toneel van een grote opstand, van 27 tot 30 juli 1902. Een groot deel van de Hindostaanse en Javaanse contractarbeiders kwam in opstand, volgens één lezing tegen lage lonen, aangewoekerd door vermeend seksueel misbruik door de directeur van een contractarbeidster. Hoe het ook zij, de directeur probeerde nog te vluchten, maar hij werd gevonden en doodgeslagen, op de plaats waar wij ons bevonden. Het Koloniaal Bestuur reageerde door het leger naar de plantage te sturen, en in de daarop volgende commotie vielen uiteindelijk 24 doden onder de contractarbeiders. Voor hen is een monument opgericht, waarop te lezen valt:

Op deze plaats heeft het toenmalige Koloniaal Leger de opstand van de strijdhaftige contractarbeiders van de plantage Mariënburg onder aanvoering van Hardat en Wongsoredjo op 30 Juli 1902 bloedig neergeslagen. Deze opstand vond zijn oorsprong in onderdrukking, uitbuiting en vernedering van de contractarbeiders door de koloniale heersers.

Na Mariënburg bezochten we ook nog plantage Peperpot, waar we een mandur, een voorman, ontmoetten. Hij was opgeleid om op de plantage te werken als voorman, maar toen hij in de kracht van zijn leven was ging de plantage failliet. Emotioneel vertelde hij hoe hij de plantage had zien neergaan. Na de Surinaamse onafhankelijkheid in 1975 was de Surinaamse overheid vooral geïnteresseerd in grote infrastructurele projecten, de plantages kregen geen steun. De ondergang van Peperpot was één van de resultaten.

De middag werd afgesloten bij een Javaanse warung, een eettentje, waar ik van heerlijke Javaanse saoto soep heb genoten. Eigenlijk zou de middag om 14.00 afgelopen zijn, het werd twee uur later. Ach, in Suriname is tijd toch relatief. 's Avonds ben ik met Christine en een nieuwe huisgenote nog even de stad ingegaan.

Op zondag ben ik naar een kerk geweest. Toevallig heet een straat hier in de buurt 'kerklaan', en toen ik er een stukje inliep kwam ik inderdaad een Hervormd kerkje tegen met de welluidende naam 'Morgenster'. De dienst, die om 09.00 begon en onder leiding stond van een vrouwelijke dominee, ging over Mattheüs 28, de Grote Opdracht. Tussendoor werd gezongen, vooral uit het Liedboek voor de Surinaamse Kerken. Enkele liederen waren in het Sranan Tongo, maar de meeste waren Nederlands, waaronder bekende als 'God is getrouw, zijn plannen falen niet', 'Geest van hierboven, leer ons geloven' en 'Mijn Jezus, ik houd van U', alles begeleid door een orgel. De dienst was redelijk vergelijkbaar met een hervormde dienst in Nederland, alleen was dit in de tropen. Na afloop van de dienst was ik nog van harte welkom voor koffie met gebak, maar ik moest weer naar huis, omdat ik deze week een presentatie moet geven over mijn onderzoek en daar nog vanalles voor moest doen.

Deze week moeten alle studenten tijdens de college's een presentatie geven over hun onderzoek. Voor Annika, Christine en mij betekent dat vooral dat we vertellen wat we van plan zijn om te gaan doen. De Surinaamse studenten hebben al vanalles onderzocht. Die studenten komen overigens uit allelei bevolkingsgroepen hier, Afro-Surinaams, Hindostaans, Javaans, Inheems en het zijn aardige mensen. Sowieso vind ik de Surinamers tot nu toe aardig. Pas ging ik een wandelingetje maken in de buurt, en allerlei mensen groeten vriendelijk, vaak vanaf hun terras. Het is zeer gemakkelijk om een praatje te beginnen. Ik kreeg van een Surinamer een stuk suikerriet, hij liet me zien hoe je hem moet kappen en hoe je op het binnenste gedeelte kunt zuigen zodat er zoet sap uitkomt.

Maar goed, ondanks dat stress en Suriname niet bij elkaar passen, moeten we nu toch wel even hard werken. Ik heb woensdag mijn presentatie, best wel spannend dus. Dus ik ga maar weer aan de slag.

4 opmerkingen:

Marjolijn zei

Hey Zwagert!

Het is inmiddels donderdag, hoe is je presentatie gegaan?

We kijken weer uit naar je volgende verhaal!

Liefs Marjolijn

Anoniem zei

Hee Gerhard,

Volgens mij heb je het daar best naar je zin. Leuk huisje woon je daar! Leuk om te lezen waar je allemaal mee bezig bent, ik ben benieuwd hoe je presentatie is gegaan!
Succes daar en geniet ervan.

Groetjes,
Martine de Groot

Anoniem zei

Hallo Gerhard,

Leuk dat je ons op de hoogte houdt van je verblijf daar. Ik hoop dat je nog wat gelegenheid krijgt de omgeving te verkennen. Je onderkomen ziet er best aardig uit!Ik vroeg me af of er nog veel Javaanse Surinamers wonen daar. Maar dat lees ik ongetwijfeld nog wel. Dit wordt alweer je 2e zondag daar.
Hartelijke groet,
Henny de Groot

Anoniem zei

Hallo Gerhard,

Wat een verhalen en belevenissen! Een avontuurlijk en studentikoos bestaan zo te lezen. Geniet ervan, we leven mee en wensen je heel veel succes met al je inspanningen.

Groetjes,
Henk & Anne Marie