“Geen vakantieland bij uitstek voor de aanbidder van witte stranden, maar de reiziger die de moeite neemt het land te verkennen zal een ongerepte natuur aantreffen.”
Ik citeer de inleiding van mijn reisgids, Wereldwijzer Suriname van Tessa Leuwsha. Voor mij is Suriname tot nu toe ook geen vakantieland bij uitstek: het is hier hard studeren. Het scheelt dat de geschiedenis van Suriname heel bijzonder is, waardoor het studeren erg interessant is.
Samen met mijn twee medestudenten, Annika en Christine, zit ik in een redelijk mooi huurhuis in Paramaribo, ongeveer vijf kilometer van het centrum. Het is van een arts geweest, die het nu verhuurd. Hier hebben we het grootste deel van onze dagen tot nu toe doorgebracht. Deze week en volgende week hebben we iedere dag van 17.00 tot ongeveer 20.00 college, waar we een grote hoeveelheid literatuur voor moeten bestuderen. Dat doen we dus overdag, op ons omheinde terras. Dat is echt heerlijk, lekkere temperatuur, lekker windje, in de buitenlucht. Als we even niets te doen hebben huppelen er hier drie jonge katjes rond, die onze medebewoners tijdelijk geadopteerd hebben. Het is nog niet helemaal duidelijk hoe lang die beestjes hier nog blijven, want één van de huisbewoners blijkt allergisch voor katten.
Aan het eind van de middag worden we elke dag opgehaald door een Surinaamse student, die ons naar de universiteit brengt. De campus is erg ruim opgezet, vol groen, mooie palmbomen, schitterende vogeltjes. De gebouwen zelf zijn niet allemaal even mooi, maar de omgeving maakt veel goed. De college's zijn tot nu toe prima verlopen. De meeste Surinaamse studenten zijn iets ouder dan wij. In Suriname is er geen aparte opleiding 'geschiedenis', maar deze studenten volgen een lerarenopleiding geschiedenis. De meesten van hen zijn al werkzaam als leraar in het onderwijs, vandaar dat de college's niet overdag zijn. Het is wel apart om te discussiëren over 'hun' Surinaamse geschiedenis, ondanks dat een gedeelte van de Surinaamse geschiedenis ook Nederlandse geschiedenis is.
Door het vele studeren hebben we nog niet veel van de stad kunnen zien. Onze eerste kennismaking met het centrum was afgelopen dinsdagavond, toen we met onze Nederlandse begeleider, dhr. Meel, uit eten gingen. Hoewel het donker was, konden we toch een klein deel van het centrum, de Waterkant langs de Surinamerivier, zien. Een heel bijzondere sfeer, negentiende eeuwse Nederlandse koloniale gebouwen, amandelbomen, gezellige Surinaamse terrasjes. Maar ook zwervers en armoede.
Uiteindelijk bleven wij wel heel erg in de Nederlandse sfeer. We zijn gaan eten in 't Vat, een plaats waar zeer veel Nederlandse toeristen komen. Sterker nog, op enkele uitzonderingen na, zaten er vrijwel alleen blanke Nederlanders. Zelfs één van de serveersters was een Nederlandse. De meeste toeristen komen uit één van de nabijgelegen luxe hotels, zoals Torarica. Het is nogal apart om te beseffen dat Torarica staat op de plaats waar vroeger de Afrikaanse slaven in ketenen uit de Europese zeilschepen werden geladen, klaar om verkocht te worden.
De Surinaamse keuken is zeer uitgebreid. Door de grote etnische diversiteit heeft men hier het beste van vier verschillende werelddelen. Na een lekkere bami goreng zijn we met dhr. Meel meegelopen naar zijn hotel, waar hij de twee weken dat hij hier is verblijft. Vanaf daar zijn we met een taxi naar ons huis gegaan. De meeste taxi's in Suriname zijn niet als taxi te herkennen. Je belt gewoon een nummer van een taxichauffeur (overal hangen bordjes) en je zegt waar je bent en waar je heen moet. De taxichauffeur die wij hadden, Jeffrey, konden we 24 uur per dag bellen voor een ritje.
De nachten heb ik tot nu toe verrassend goed geslapen, behalve dinsdagnacht, toen ik de hele nacht uit mijn slaap werd gehouden door de hitte en een grote herrie omdat alle straathonden in de buurt, zoals ze iedere nacht doen, gigantische herrie maakten. Daarnaast zijn er hier mensen die hanen houden, dus dat komt nog bij de kakefonie van geluiden. Uiteindelijk zal dat allemaal wel wennen, hoop ik. Hier in Suriname zijn heel veel straathonden (zelfs op de campus van de universiteit). Meestal doen ze niets, maar ik heb gehoord dat ze ervan houden om achter fietsers aan te rennen. Nu zijn hier niet veel fietsers, maar ik ben van plan er binnenkort één te huren. Maar of ik nu goed geslapen heb of niet: iedere ochtend kan ik op mijn kamer lekker douchen. De douche heeft maar één stand: koud. Ondanks de tropische hitte is dat iedere keer weer even wennen. Maar het maakt je wel meteen lekker fris.
Maar voor nu gaat het studerende leven weer beginnen. Vanavond gaan we niet naar de universiteit, maar naar het Nationaal Archief van Suriname. Van een medewerker van dat archief, die ook de geschiedenisopleiding aan de universiteit volgt, heb ik al gehoord dat je niet raar moet opkijken als je kakkerlakken in de archiefstukken ziet rondlopen.
Om eerlijk te zijn, na een paar dagen in Suriname kijk je niet zo snel meer ergens van op.
donderdag 3 april 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Ha Ger !!!
Leuk, die stukjes van jou. Je geeft door je schrijfstijl en foto's mij het gevoel dat ik "meegenomen" word in het warme Suriname. Die koude douche zet jou dan af en toe weer even met je voeten op de grond, als de warmte naar je hoofd gestegen is.. ! Zet em op daar en veel plezier met je kakkerlakken. (ze horen erbij ; bij diverse Surinaamse gezinnen hier heb ik ze ook gezien....)
Een reactie posten